POST SOVJET ROCK 'N ROLL 16: OVER DE 'MILITARY HIGHWAY' MET EEN OUDE POLITIE SIDECAR


De boog kan niet altijd gespannen staan en hoeveel leuker kan een verkenningstocht worden dan met een oude Russische side-car, gescoord van een politieman op rust. De sovjetkameraden hadden een onwankelbaar vertrouwen in intens gebruikte Russische voertuigen. Schade en idioot veel kilometers op de teller gaven aan hoe degelijk zo’n voertuig wel was.  Mijn oude “K-750” verdiende dus veel respect.  De Spaanse Juan, die een tijdje meedraaide in Nomad Express Georgië, was de geschikte motorpartner.

Op een zonnige zondagochtend reden we vanuit Tbilisi noord in Georgië, richting Vladikavkas (Ossethië, Rusland). We volgden de zijderoute over de schilderachtige, historische Military Highway langs de Aragvi rivier door de gelijknamige vallei, omringd door het gigantische Kaukasisch gebergte. Al snel reden we door een soort nevelachtige motregenbui. Vanuit de mist doemde een vreemde ‘burchtachtige’ constructie op: Ananuri. Het eeuwenoude in natuursteen opgetrokken fort behoorde in de 13de eeuw toe aan de Georgische adelijke familie Eristavi van Aragvi. De Eristavi’s moeten wel wat angst doorstaan hebben op deze belangrijke verbindingslocatie tussen plunderende Russen, Turken, Mongolen en Perzen. Getuige daarvan zijn de twee kerken die het grootste deel van het fort innemen binnen de muren.  Verderop maakten we een pit-stop in het al even mooie dorp ‘Pasanauri’ waar we  ons aan een houtvuur opdroogden en genoten van de heerlijke Georgische keuken.  Met een volle maag waagden we ons ter hoogte van ‘Gudauri’, een aftands en failliet ski-oord, op de besneeuwde ‘Jvari Pass’, hopend op een spectaculair uitzicht van op de 5050 meter hoge Mount Kazbegi, die de natuurlijke grens vormt met Rusland. De motregen was  omgeslagen in een sneeuwbui. Opgelucht reden we een onverlichte tunnel binnen, maar al gauw veranderde het besneeuwde wegdek in een rivier. 


Iets verder zagen we in de lichtstraal van onze oude K-750 een hoop lada’s en moskvitch’s auto’s op een hoopje liggen kreunen. Wijselijk maakten we een u-turn en reden we zo voorzichtig mogelijk de tunnel weer uit, bergaf. Bergaf bleek belangrijk te worden want de benzine raakte op.  Ik ben ooit zonder benzine gevallen op makkelijkere plekken. Juan zat achter het stuur, keek me even aan en trok zijn schouders op.  Gezien vanuit het bakje waar ik overgeleverd was aan het lot én Juan’s rijkunst, leek het of ik in een apocalyptische bobslee race was gesukkeld. Hier en daar duwden we, uitschuivend op het ijs, de side-car een hellingetje over om dan weer verder te bob-sleeën langs sneeuwlandschappen en desolate skipistes.  Verkleumd, uitgeput en vol blauwe plekken kwamen we geruisloos Pasanauri binnen gebold, waar een bereidwillige Georgiër ons aan benzine hielp. Terug in Tbilisi lag alles er droog en warm bij. Juan en ik konden al snel met een Kazbegi bier nagenieten van een memorabele dag. Vertrouwend op de degelijkheid van mijn K-750, overtuigde ik mijn toenmalige vriendin en latere ex-vrouw, George,  er een uitstapje mee te maken.  Dat ging over stoffige, hobbelige weggetjes langs dorpjes en pastorale plattelandstaferelen. Af en toe hielden we halt om iets te kopen aan een kiosk, of gewoon om te genieten van een mooi uitzicht. Dat we ergens onderweg onze nummerplaat waren kwijtgespeeld, kon de pret niet bederven. 


We hielden halt bij een huis waar vriendelijke ‘Pontic Grieken’ (Grieken vanuit de Zwarte Zee regio) woonden, om de weg te vragen om daar, zonder nummerplaat, verzekering, helm of andere hedendaagse irritante regeltjes, de hoofdstad van Georgië binnen te knetteren.  Het moet gezegd, het gebeurde soms dat ik te laat was om een van de vele politiecontroles te ontwijken zodat ik noodgedwongen moest stoppen. Een sigaret aanbieden brak (soms) het ijs, maar het toesteken van wat geld was net iets efficiënter om te kunnen verdere knallen, met of zonder nummerplaat. Wanneer ik dergelijke voorvallen vertelde aan m'n Georgische vrienden werd dit afgedaan als ‘business as usual’. Andere beslommeringen zoals het occasioneel uitvallen van de elektriciteit, waterloze kranen en hier en daar een raam waarvan het glas was vervangen door karton moesten ook overwonnen worden. Maar dat weerhield de Georgische vrienden er niet van om met weinig middelen een feestje te bouwen. Zo werden George en ik op een avond gevraagd voor een etentje bij collega Jano. Hij en zijn zuster Irena leefden samen in het ouderlijke appartement. Hun ouders waren reeds lang overleden, maar je voelde nog steeds de familiale sfeer van weleer. Jano liep getooid in 3 truien, een sjaal, een wollen muts en kleurige gebreide sokken met rendiermotieven.  Hij verontschuldigde zich verlegen voor de koude in huis en wees naar een roodgloeiende metalen spiraal die balanceerde op een steen en via enge elektrische bedradingen in het stopcontact zat.  Irena kwam ons, gekleed in een lange vilten jas, vriendelijk begroeten.  Terwijl ze weer verdween in de keuken, liet Jano ons hun appartement zien én de kamer waar we die nacht zouden logeren. In de eetkamer mochten we plaatsnemen aan een keurig gedekte tafel. Het linnen tafelkleed met ingewikkelde broderieën, gedecoreerde porcelijnen borden, kristallen glazen, zilver bestek en zware kandelaars, verklapten ons dat de avond nog veel verrassingen in petto had.  Jano schonk alvast wijn in vanuit een traditionele terracotta kruik en vertelde ons over de Georgische tafelrituelen. Zo heette een feesttafel een ‘Supra’ en was er steeds een ‘Tamada’. Dat was de man die plaats moest nemen aan het hoofd van de tafel, al hoefde die niet persé de gastheer te zijn.  De rol van de Tamada bestond erin op te letten dat de wijnglazen steeds vol bleven en dat er telkens, nadat de glazen werden bijgegevuld, een toost werd uitgebracht. Na zo’n toost moest je je glas in één keer opdrinken als blijk van respect en dankbaarheid. De 3 eerste toosts waren traditioneel vastgelegd: een eerste op de overleden familieleden, een tweede op de nieuw geborenen, maar de derde was was de charmantste, zo bleek achteraf. Een goede Tamada maakte hier echt zijn werk van. Ondertussen waren 2 vriendinnen van Irena mee aan tafel komen zitten en Irena zelf had de tafel vol lekkernijen gezet.  Jano had die avond de rol van Tamada op zich genomen en stond voor toost 3 recht met zijn vol glas in de hand. “Ik hoop dat wij, mij aanstarend, ons er als mannen van bewust zijn hoe gelukkig wij zijn om te mogen genieten van al deze heerlijke gerechten in het bijzijn van deze, naar George kijkend, schitterende vrouwen”. Georgische vrouwen verwachtten zich aan deze derde toost, maar waren blijkbaar toch nog steeds verrast door de telkens nieuwe manier waarop hij gebracht werd. Voor George was dit de eerste keer, ze bloosde...  Vanwege de elektriciteitspanne waren alle kandelaars aangestoken.  Irena en haar 2 vriendinnen gingen aan de vleugelpiano zitten en zongen spontaan wat liedjes. De hele avond zag ik, door de koude, wolkjes uit ieders mond komen, maar ik heb zelden zo'n warme ontvangst meegemaakt. 

© TEKST EN FOTO' S: AKÉ JACOBS 2023 

Wat voorafging lees je hier.

POST SOVJET ROCK 'N ROLL 16: OVER DE 'MILITARY HIGHWAY' MET EEN OUDE POLITIE SIDECAR

Geen opmerkingen

Naam

E-mail *

Bericht *

-->