Monet's Nymphéa's: 'Soleil Couchant' (Musée de l'Orangerie Parijs). |
De Sixtijnse kapel van het impressionisme. Het lijkt of we door een gigantisch schilderij wandelen in de ovale zalen van het Musée de l'Orangerie in Parijs waar we worden ondergedompeld in een bad van ruimte, licht en kleuren. Een unieke ervaring waar we even stil van worden. Monet schilderde zijn monumentale Nymphéa's (waterlelies) speciaal voor deze plek in het hartje van Parijs: acht immense, twee meter hoge doeken, tussen 6 en 17 meter lang, waar hij aan werkte van 1914 tot kort voor zijn dood in 1926. Ze doopten de Orangerie om tot de Sixtijnse kapel van het impressionisme.
Monet's landhuis in Giverny. |
In dezelfde periode werd cataract hem fataal. Monet werd blind, maar bij geniale geesten kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Zoals Beethoven stokdoof maar koppig meesterwerken bleef baren, weigerde de blinde Monet zijn penseel aan de wilgen te hangen. Sommige van z'n waterlelies schilderde hij dan ook terwijl hij helemaal blind was. Door hun omvang en finesse lijken de Nymphéa's enorme fresco's die ter plekke op de muren werden geschilderd. Toch is ieder werk gemaakt uit een aantal aparte doeken die feilloos aan elkaar werden geregen. Monet schilderde z'n waterlelies bovendien zo'n 70 km verderop, in het landelijke Giverny, de volgende stop op onze trip door de Seinevallei.
"Zoals Beethoven stokdoof maar koppig meesterwerken bleef baren, weigerde de blinde Monet zijn penseel aan de wilgen te hangen."
Monet's kanariegele eetkamer was het decor van rijkelijke diners. |
Aan tafel met Monet. ‘Monet was zo goed als blut toen hij in 1883 het ‘landhuisje’ in Giverny betrok’ vertelt gids Jane ons in de beroemde bloementuin van de schilder. Niet iedereen weet dat hij minstens een even goeie tuinier als schilder was. ‘En dehors de la peinture et du jardinage je ne suis bon à rien’ zei hij zelf. Toch had Monet nog een andere passie: eten, al kookte hij nooit zelf. Wel verzamelde hij zijn leven lang verwoed recepten die hij keurig optekende in z’n ‘carnets de cuisine’ en vervolgens liet klaarstomen door z’n vrouw Alice. Toen Monet eindelijk succes kreeg werd Giverny een bedevaartsoord voor een hele generatie kunstenaars. Cezanne, Sisley, Signac en zelfs Rodin kwamen regelmatig op bezoek, niet alleen vanwege het prachtige licht in de Seinevallei, ook om de heerlijke diners ten huize Monet, die z’n gasten gul ontving in z’n kanariegele eetkamer.
Monet's recepten gebundeld in een leuk boek. |
Een gast in Giverny beschrijft een van de diners: ‘We begonnen met uitstekende voorgerechtjes, daarna was er een heerlijke ris de veau met spinazie, klaargemaakt met de beste Normandische boter, verder 2 enorme kippen voor 5 personen, waarvan een werd bereid met zwarte olijven, nadien nog kaas, taart en vruchten net zo mooi als zijn bloemen.’ Monet hield ontzettend van tafelen en was verzot op picknicks. Een excuus voor een riante picknick was dan ook snel gevonden: een verjaardag, een vis- of jachtpartij, zelfs voor of na het paddenstoelen plukken of kastanjes rapen.
Monet's beroemde tuin in Giverny. |
'De picknicks van de Monet's waren legendarisch' lacht Jane. Soms gingen tafels, bankjes en complete serviezen mee de natuur in. De picknickmand werd rijk gevuld met de zelfgemaakte pasteitjes en terrines van Alice, kazen, fruit, wijn en cider. Monet was dol op kastanjetaart en tarte tatin die dan ook standaard op het picknickmenu stonden. De enorme serre die Monet in 1914 speciaal ombouwde tot een atelier om z'n immense Nymphéa's te schilderen is nu een museumboetiek. Wij kopen er een mooie uitgave van Monet's Carnets de cuisine, want Jane's verhalen over de picknicks werken bijzonder inspirerend. Ze brengen ons op het idee om tijdens onze Normandische tocht lokale specialiteiten te verzamelen voor een echte picknick à la Monet.
"De picknicks van de Monet's waren legendarisch, tafels, bankjes en complete serviezen gingen mee de natuur in."
Monets Waterlelies. |
Paint boxes. James, de tuinier in Giverny, noemt de bloemperken in Monets tuin paint-boxes. 'Monet ging heel doordacht te werk' lacht hij 'Bloemen in de afhellende tuin werden aangeplant in functie van het licht'. Monet was gek op bloemen, hij schilderde ze overvloedig en zijn tuin was een onuitputtelijke bron van inspiratie. James neemt ons mee naar de Japanse tuin die na de dood van Monet's zoon Michel in 1966 helemaal verwilderde. 'Drie jaar lang hebben we hard gewerkt om de tuin te restaureren en in 1980 werd hij opengesteld voor het publiek' zegt James. Er gaat een ongekende, bijna magische rust van uit. We bewonderen het beroemde Japanse bruggetje dat Monet zo vaak op doek zette. Al zijn we net iets te vroeg volgens James, want het is op z'n mooist als de blauwe Wisteria er van afdruipt.
Ancien Hotel Baudy. |
Met het groeiende succes van Monet werd ook Giverny ver buiten de landsgrenzen bekend. In 1886 zakte de Amerikaanse schilder William Metcalf af naar het dorpje, korte tijd later gevolgd door een resem Amerikaanse en Canadese impressionisten. Door de toeloop van kunstenaars transformeerden Gaston en Angelina Baudy eind 19de eeuw hun kruidenierswinkeltje tot een logement: Hotel Baudy. Er lijkt niks veranderd, muren in roze brique pilé, lichtblauwe tuinmeubelen en een prachtige tuin met rosarium die veel weg heeft van een impressionistisch schilderij. Hun keuken werd enorm gewaardeerd.
Monet kwam hier vaak tafelen met vrienden als Cezanne, Manet, Renoir en Rodin. Net als zij schuiven we op het terras onder de lindebomen onze voeten onder tafel. We genieten er van een eenvoudige maar bijzonder lekkere Normandische keuken en het mooie uitzicht op de Seinevallei krijgen we er gratis bij. Voor we Giverny verlaten bezoeken we nog het graf van de man die dit piepkleine dorpje op de wereldkaart zette. Het was dan ook de wens van Monet om begraven te worden in dit kleine uithoekje van z'n geliefde werkterrein, de prachtige Seinevallei.
Ancien Hotel Baudy. |
Monet kwam hier vaak tafelen met vrienden als Cezanne, Manet, Renoir en Rodin. Net als zij schuiven we op het terras onder de lindebomen onze voeten onder tafel. We genieten er van een eenvoudige maar bijzonder lekkere Normandische keuken en het mooie uitzicht op de Seinevallei krijgen we er gratis bij. Voor we Giverny verlaten bezoeken we nog het graf van de man die dit piepkleine dorpje op de wereldkaart zette. Het was dan ook de wens van Monet om begraven te worden in dit kleine uithoekje van z'n geliefde werkterrein, de prachtige Seinevallei.
"Met het groeiende succes van Monet werd ook Giverny ver buiten de landsgrenzen bekend."
Rouen, Notre-Dame kathedraal. |
Toasten op Monet. ‘Begint er iets te dagen?’ vraagt Dominic onze gids, als hij een raam op
de eerste etage van het 16de eeuwse, voormalige Bureau des Finances in Rouen openzwaait. Achter het open venster verschijnt de imposante Notre-Damekathedraal. Pure magie, want we staan op exact dezelfde plek waar Claude Monet in 1892 maar liefst elf keer de
sindsdien legendarische kathedraal vereeuwigde. Het lijkt of zijn doeken er voor onze ogen tot leven komen. 'Het idee om de Gotische reus te schilderen ontstond eerder toevallig' zegt Dominic. Monet was in 1892 in Rouen om een erfenis te regelen, maar toen hij de kathedraal zag raakte hij meteen geïnspireerd. Hij schilderde er van februari tot half april, en kwam het jaar daarop terug, in dezelfde periode om z'n werk af te maken.
Monet in Rouen. |
Niet alleen schilders, maar ook schrijvers vonden inspiratie in de Notre-Dame. De in Rouen geboren Gustave Flaubert kwam er graag. Verschillende scenes uit zijn roman Madame Bovary spelen zich af in de kathedraal. De overspelige Emma Bovary leverde Flaubert behalve een vervelend proces - dat hij won in 1857 - nog een stevige bestseller op. Omdat er bijna onafgebroken aan de kathedraal werd gebouwd, is ze een bonte mengeling van stijlen. Toen er in 1876 nog een enorme gietijzeren spits, La Flêche, werd opgepoot was ze tot de bouw van de Eiffeltoren het hoogste monument van Frankrijk. In de rue Saint-Romain tegenover de kathedraal zien we een van de mooiste huizen van Rouen: patisserie Dame Cakes. De sierlijke facade werd ontworpen door een ijzersmid, Ferdinand Marrou, die er woonde tot aan z'n dood in 1917. Ook het interieur is om bij weg te dromen en je vindt er heerlijke Normandische zoetigheden waar ook Monet gek op zou zijn geweest. Wij vullen er alvast onze picknickmand met enkele lekkere chocolade cupcakes, voor het dessert.
Dame Cakes, de heerlijkste Normandische zoetigheden. |
Langs een labyrint van smalle steegjes waar scheve vakwerkhuizen elkaar in alle richtingen lijken te stutten wandelen we naar het Musée des Beaux-Arts van Rouen. Samen met het MuMa in Le Havre heeft het museum de grootste collectie impressionisten ter wereld buiten Parijs. We bewonderen er (o.a.) doeken van Renoir, Sisley en Pissaro. Met elf werken, waaronder het bekende Rue Saint-Denis, is ook Monet er goed vertegenwoordigd. Op Place Saint-Marc, op de wekelijkse markt, krijgen we meteen het hele gamma Normandische specialiteiten gepresenteerd: kazen, cider, calvados en massa's vis en schaaldieren. Ideaal dus voor onze picknickmand, waarin galant een smeuïge Neufchâtel, verse rillettes van gans en een fles artisanale cider verdwijnt.
Monet: Rue Saint-Denis - Musée des Beaux-Arts Rouen. |
's Avonds genieten we van een lekkere Franse keuken in het strakke maar gezellige decor van Le 16/9 in de rue Socrate, al is de vermeende link met de impressionisten in het menu des impressionistes ons een beetje ontgaan. Tijdens onze avondwandeling door de smalle straatjes van het oude Rouen verzeilen we op Place Saint-Amand. Een enorme buste van Monet domineert dit charmante pleintje met rondom enkele kleine café's. We schuiven aan bij een van de kleurrijke tafeltjes op een terras en toasten op Rouen, de lente en Monet, onder de instemmende blik van de meester.
"Pure magie als we op exact dezelfde plek staan waar Monet in 1892 maar liefst elf keer de kathedraal van Rouen vereeuwigde."
L'Andrien: soepje van verse seizoengroentjes en foie gras. |
Gastronomie in the middle of nowhere. Een goed restaurant vinden blijkt soms ook letterlijk een probleem. Op weg van Rouen naar Honfleur heeft zelfs de gps moeite ons naar Hotel le Petit Coq aux Champs in Campigny te brengen. We rijden onafgebroken rondjes in the middle of nowhere met massa's Normandische koeien rondom die ons lijken uit te lachen. Dan blijkt dat we het restaurant, dat we ons lieten aanbevelen, al enkele keren droogweg voorbij reden. L'Andrien, de gastronomisch tempel van chef Jean-Marie Huard ligt dan ook verraderlijk verscholen tussen het groen en de roze bloesems van een enorme Japanse kerselaar.
L'Andrien: tarbot met krokant gebakken Normandisch spek. |
De sympathieke chef ontvangt ons gastvrij, vertelt gepassioneerd over zijn keuken en stelt ons een verrassingsmenu voor: allergieën? neen, vis en schaaldieren? graag zelfs. De chef wil ons duidelijk verwennen. In het klassieke decor van L'Andrien krijgen we na een amuse bouche een soepje van verse seizoengroentjes en foie gras voorgeschoteld, gestoomde tarbot met krokant gebakken sneetjes Normandisch spek, een trou Normand, homard bleu in eigen bouillion, een schotel met exquise Normandische AOC kazen en een waaier dessertjes van het huis met koffie. We likken duimen en vingers af en zijn eensgezind: dit is de Normandische keuken op z'n best.
"We rijden onafgebroken rondjes in the middle of nowhere met massa's Normandische koeien rondom die ons lijken uit te lachen."
La Ferme de Saint-Siméon, de wieg van het impressionisme. |
Van Mère Toutain tot chef Lelièvre. Mon installation à
Honfleur a été toujours le plus cher de mes rêves, beweerde Baudelaire toen
hij in 1859 meerdere keren in het charmante havenstadje verbleef. Honfleur
heeft weinig aan charme ingeboet, al kan je er nu over de koppen lopen.
Kunstenaars werden al sinds tijden aangetrokken door de magische lichtinval van
de Seinemonding, William Turner schilderde Honfleur meermaals tijdens zijn Normandische
omzwervingen. Wij trekken naar een plek die als de wieg van het
impressionisme wordt beschouwd: la Ferme de Saint-Siméon, waar Mère Toutain in
de 19de eeuw een groepje jonge berooide kunstenaars van eten en
onderdak voorzag.
Corot, Renoir, Sisley, Pissaro en Jongkind waren vaste gasten op de boerderij en de piepjonge Monet had er zelfs een eigen kamer. Hij leerde hier de in Honfleur geboren Eugène Boudin kennen voor wie hij veel bewondering had. In 1861 vereeuwigde Courbet zelfs de tuin in ‘Le jardin de la mère Toutain’. Een kruisbestuiving van ideeën baarde in Saint-Siméon een nieuwe stroming kunstenaars: les peintres de l’estuaire. Mère Toutain bleek ook nog eens uitstekend te koken, haar lapin bonne femme en matelote Honfleuraise, een bouillabaisse, waren legendarisch. Monet noteerde haar recepten dan ook zorgvuldig in z’n schriftjes en mogelijk ontstond hier zijn passie voor lekker eten. Vandaag is Saint-Siméon een luxehotel met spa en de jonge sterrenkok Mickaël Lelièvre nam de plaats in van mère Toutain. Op het menu staan uiterst verfijnde, overwegend Normandische gerechten;
Muzikaal intermezzo. Behalve Eugène Boudin zag in Honfleur nog een ander genie het levenslicht, de excentrieke componist Erik Satie. Het geboortehuis van deze zonderling is nu een markant museum: Les Maisons Satie. De sublieme scenografie sleept ons al vanaf de eerste minuut mee op een ludieke muzikale trip door de mysterieuze leefwereld van de componist. Zijn muziek en humor komen er tot leven in erg originele settings. De trip eindigt op een surrealistische draaimolen die we zelf in beweging moeten trappen. Ook voor wie niet vertrouwd is met Satie's muziek is Les Maisons Satie een echte aanrader. Behalve enkele heerlijke witte Normandische kazen zoals Camembert
of Pont de l’Evêque proeven we in Honfleur niet veel
uit zijn favoriete keuken, want Satie at uitsluitend wit voedsel. En zijn wijn
kookte hij… maar dat gaat voor ons net een stap te ver.
Poëzie. Minder excentriek maar minstens even getalenteerd was Jacques Offenbach, componist van (o.a.) de can-can uit de opera-bouffe Orphée aux Enfers. Zijn buitenverblijf in Etretat werd door hem heel toepasselijk Villa Orphée gedoopt. Net als Honfleur, Trouville en Le Havre was Etretat in de tweede helft van de 19de eeuw een erg populaire bestemming van artistiek en literair Parijs. Met de komst van de spoorlijn Parijs-Le Havre was de mooie Normandische kust sneller dan ooit te bereiken. Proust, De Maupassant en Flaubert waren veel geziene gasten in het mondaine Trouville terwijl schilders vooral de poëzie van de Côte d'Albâtre opzochten. Monet bezocht meermaals Fécamp en Etretat waar hij in 1885 enkele maanden onafgebroken verbleef om te werken en de beroemde olifantrots onder zowat elke denkbare lichtinval op doek zette.
Veel lijkt het landschap sindsdien niet veranderd. We volgen het smalle wandelpad over de rotsen tot op het hoogste punt. Het uitzicht is om bij weg te dromen. Aan de ene kant verdwijnt de turquoise zee achter de horizon, aan de andere kant glooit het Normandische landschap de oneindigheid in en pal voor ons rijst Monet's witte rots majestueus uit de zee. Een perfecte picknickplek, maar nét iets te druk voor ons. Wij laten ons verwennen in een restaurant aan de voet van de rotsen, l'Effet Mer, met een decadent menu van vis, schaaldieren en oesters. Het smaakt niet alleen overheerlijk, het is ook nog heel betaalbaar. Tussen de gerechten door trakteert de sympathieke eigenaar ons nog op een trou Normand, een lokale apetizer op basis van calvados. Bijzonder lekker en efficiënt, al blijft de beste apetizer hier de gezonde Normandische zeelucht.
Vieu Bassin - Honfleur. |
Corot, Renoir, Sisley, Pissaro en Jongkind waren vaste gasten op de boerderij en de piepjonge Monet had er zelfs een eigen kamer. Hij leerde hier de in Honfleur geboren Eugène Boudin kennen voor wie hij veel bewondering had. In 1861 vereeuwigde Courbet zelfs de tuin in ‘Le jardin de la mère Toutain’. Een kruisbestuiving van ideeën baarde in Saint-Siméon een nieuwe stroming kunstenaars: les peintres de l’estuaire. Mère Toutain bleek ook nog eens uitstekend te koken, haar lapin bonne femme en matelote Honfleuraise, een bouillabaisse, waren legendarisch. Monet noteerde haar recepten dan ook zorgvuldig in z’n schriftjes en mogelijk ontstond hier zijn passie voor lekker eten. Vandaag is Saint-Siméon een luxehotel met spa en de jonge sterrenkok Mickaël Lelièvre nam de plaats in van mère Toutain. Op het menu staan uiterst verfijnde, overwegend Normandische gerechten;
"Een kruisbestuiving van ideeën baarde in Saint-Siméon een nieuwe stroming kunstenaars: les peintres de l’estuaire."
Les Maisons de Satie - Honfleur.
|
"De sublieme scenografie sleept ons al vanaf de eerste minuut mee op een ludieke muzikale trip door de mysterieuze leefwereld van Eric Satie."
Etretat. |
Poëzie. Minder excentriek maar minstens even getalenteerd was Jacques Offenbach, componist van (o.a.) de can-can uit de opera-bouffe Orphée aux Enfers. Zijn buitenverblijf in Etretat werd door hem heel toepasselijk Villa Orphée gedoopt. Net als Honfleur, Trouville en Le Havre was Etretat in de tweede helft van de 19de eeuw een erg populaire bestemming van artistiek en literair Parijs. Met de komst van de spoorlijn Parijs-Le Havre was de mooie Normandische kust sneller dan ooit te bereiken. Proust, De Maupassant en Flaubert waren veel geziene gasten in het mondaine Trouville terwijl schilders vooral de poëzie van de Côte d'Albâtre opzochten. Monet bezocht meermaals Fécamp en Etretat waar hij in 1885 enkele maanden onafgebroken verbleef om te werken en de beroemde olifantrots onder zowat elke denkbare lichtinval op doek zette.
Etretat toen en nu |
Veel lijkt het landschap sindsdien niet veranderd. We volgen het smalle wandelpad over de rotsen tot op het hoogste punt. Het uitzicht is om bij weg te dromen. Aan de ene kant verdwijnt de turquoise zee achter de horizon, aan de andere kant glooit het Normandische landschap de oneindigheid in en pal voor ons rijst Monet's witte rots majestueus uit de zee. Een perfecte picknickplek, maar nét iets te druk voor ons. Wij laten ons verwennen in een restaurant aan de voet van de rotsen, l'Effet Mer, met een decadent menu van vis, schaaldieren en oesters. Het smaakt niet alleen overheerlijk, het is ook nog heel betaalbaar. Tussen de gerechten door trakteert de sympathieke eigenaar ons nog op een trou Normand, een lokale apetizer op basis van calvados. Bijzonder lekker en efficiënt, al blijft de beste apetizer hier de gezonde Normandische zeelucht.
"Proust, De Maupassant en Flaubert waren veel geziene gasten in het mondaine Trouville terwijl schilders vooral de poëzie van de Côte d'Albâtre opzochten."
Les Andelys. |
Picknick à la Monet. Op de terugweg naar Parijs maken we een ommetje langs een van de mooiste plekjes in de Seinevallei, Les Andelys. Het charmante stadje wordt gedomineerd door de monumentale ruïne van het kasteel van Richard Leeuwenhart, op een enorme rots die we te voet beklimmen. Het uitzicht vanaf de ruïne op de zonovergoten Seinevallei is adembenemend. Deze romantische plek heeft ongetwijfeld een heel regiment schilders geïnspireerd. Ook de in Les Andelys geboren schilder Nicolas Poussin kende ze. Poussin was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het Franse classicisme en werkte het grootste deel van z'n leven in Italië. Wij installeren ons met onze intussen volle picknickmand bij een oude muur van de ruïne. De rust die van de plek uitgaat is ronduit zalig. We halen onze koele cider boven en toasten op de impressionisten die beter dan wie ook wisten wat goed leven is. Dan halen we eindelijk de Normandische delicatessen die we bij elkaar hebben gesprokkeld boven en genieten we van een onvergetelijke picknick à la Monet, in het magische licht van de mooie Seinevallei.
"Het charmante Les Andelys wordt gedomineerd door de monumentale ruïne van het kasteel van Richard Leeuwenhart, op een enorme rots die we te voet beklimmen."
© WG - DICHTBIJ & VER WEG 2015
Lees ook: Rouen, ruwe bolster met blanke pit.
Info over Normandië: nl.normandie-tourisme.fr
Info over Frankrijk: be.france.fr/nl
PRAKTISCH:
Rouen: wij logeerden in L'Encorbellement, in een van de oudste drie vakwerkhuizen van Rouen: www.lencorbellement.fr
Honfleur: La Cour Sainte-Catherine: aangename gastenkamers met een mooie binnentuin: www.coursaintecatherine.com
Vervoer: Wij reden naar Normandië met Voyages-sncf.com dé hogesnelheids treinspecialist van Europa. Reserveren deden we snel en eenvoudig met V-app, beschikbaar voor smartphones Android en IOS. Deze app berekent de laagste tarieven en geeft met de smartphone ook toegang tot het digitale treinkaartje 'm-billet' evenals de helpdesk via de chatbox be.voyages-sncf.com/nl/mobiel. Zeer praktisch.
OVERNACHTEN:
Rouen: wij logeerden in L'Encorbellement, in een van de oudste drie vakwerkhuizen van Rouen: www.lencorbellement.fr
Honfleur: La Cour Sainte-Catherine: aangename gastenkamers met een mooie binnentuin: www.coursaintecatherine.com
MUSEA:
Maison et Jardin Claude Monet - Giverny: fondation-monet.com
Musée des Beaux-Arts Rouen: mbarouen.fr/en
Musée Eugène Boudin - Les Maisons Satie - Honfleur: www.musees-honfleur.fr
ETEN & DRINKEN:
Ancien Hotel Baudy - Giverny: restaurant met typische Franse gerechten in 81, Rue Claude Monet, Giverny: www.giverny.fr
Restaurant L'Andien - Campigny: gastronomisch restaurant van Jean-Marie Huard in Campigny (Pont-Audemer): www.lepetitcoqauxchamps.fr
Dame Cakes - Rouen: www.damecakes.fr
Dame Cakes - Rouen: www.damecakes.fr
Restaurant 16/9 - Rouen: in het centrum van Rouen: www.restaurant169.fr
La Ferme Saint-Simenon - Honfleur: www.fermesaintsimeon.fr
Restaurant L'Effet Mer - Etretat: www.etretatrestaurant.com
Geen opmerkingen